Module 6 - Hoe gebruik ik de gevonden informatie?

U bent hier

2. Hoe verwijs ik naar mijn informatiebronnen?

Referenties zijn bedoeld om je lezer te informeren over de door jou gebruikte informatiebronnen. De uitgebreide referentie neem je op in een literatuurlijst op het einde van je werkstuk (zie 2.1); de verkorte referentie neem je op in de tekst zelf (zie 2.2).

Er bestaan honderden systemen om referenties te noteren, elk met hun eigen regels. In deze module is doelbewust gekozen voor de referentiestijl van de APA (American Psychological Association), aangezien dit één van de meest voorkomende is. Informeer echter goed bij je docent of promotor welke referentiestijl je dient te gebruiken voor een bepaalde opdracht.

Tips:

  • Wanneer je gebruik maakt van een programma voor referentiebeheer (zie module 4) zitten de meest voorkomende stijlen voorgeprogrammeerd in de software. Met één muisklik kan je moeiteloos van de ene naar de andere stijl overschakelen.
  • Gebruik steeds eenzelfde referentiestijl in je werkstuk.
  • Sommige referentiestijlen gebruiken meer gegevens dan andere. Het is dus belangrijk dat je zoveel mogelijk gegevens noteert om te vermijden dat je op het laatste nippertje nog extra gegevens van referenties moet opzoeken (bv. uitgever, pagina's).

Meer informatie over referentiestijlen